Werken in De Lytse Streek – de gemeente rond Witmarsum, Franeker en Itens – betekent ook dat ik me bewaarder voel van het doperse verhaal, geschiedenis en heden.
In deze rol wordt vaak een beroep op me gedaan. Met name als ik als vrijwilliger mensen ontvang en rondleid in Pingjum en Witmarsum, of als er bij een viering ineens broeders en zusters uit een andere plek op de wereld in onze vermaning zitten.
Wat zou Menno gezegd hebben?
Deze bezoekers komen omdat ze die geschiedenis, die ze vaak als hun roots beschouwen, willen beleven. Ze willen de verhalen horen en zien wat er te zien is. Ik vind het altijd weer inspirerend en verrassend dat mensen werkelijk geïnteresseerd zijn in hoe we hier nu doopsgezind zijn. En ook wat het voor hen betekent hier te zijn. Vaak barst een groep in het Schuilkerkje in zingen uit!
Het werk hier maakt dat ik me steeds meer verbonden voel met onze streek. Vaak zit ik even bij het monument op het bankje, in de stilte, gewoon om na te denken. Volgens de verhalen preekte Menno hier – wat zou hij gezegd hebben? Wat wij nu heel gewoon vinden: een bijbeltekst en dan een overdenking, de tekst vertalen naar nu – dat was toen vernieuwend. En inspirerend: mensen kwamen luisteren. Hoe zou het zijn als we nú luisteren naar de Geest en vernieuwen, echt vernieuwen?
In Pingjum, in de Victoriuskerk waar Menno werkte, vraag ik de mensen altijd met hun voeten over de grond te schuiven. Hier liep Menno; dichterbij kun je bijna niet komen. En in Witmarsum. Als ik de klokken van de Koepelkerk daar hoor luiden, weet ik dat een van die klokken er al hing toen Menno hier werkte. Soms loop ik een stuk over de Halsbân, een heel oude zeewering, tussen Pingjum en Witmarsum. Daar liep Menno, met zijn boeken verstopt onder zijn pij, toen hij naar Witmarsum verhuisde.
Onze vermaning staat op die oude zeewering. De plek laat zien hoe mensen altijd weer hebben gezocht naar een manier om hun leven op te bouwen, ondanks tegenslagen nooit ontmoedigd.
Het verhaal blijven vertellen
Het lijkt wel of dit gebied zo’n ‘dunne plaats’ is, waar je de Geest extra goed kunt voelen. Als ik om me heen kijk zie ik dat de Geest, die in de tijd van Menno goed merkbaar was, ook nu blijft bewegen. In Witmarsum wordt dankzij de inzet van mensen uit het dorp een prachtige tentoonstelling geopend over Menno en de doperse beweging, die mensen aan het denken zet over de keuzes van nu. En de doopsgezinde gemeente is samen met de Stichting Menno Simons SDMF een plan aan het ontwikkelen voor een aanbouw, om bezoekers goed te kunnen ontvangen en vooral het verhaal te blijven vertellen.
Dat geeft hoop, soms tegen de klippen op. Want of het nu gaat om je te beschermen tegen het water of om te schuilen tegen de verhalen van geweld die ons overspoelen, hoop maakt dat we verder gaan en dat ons verhaal niet alleen een goede herinnering blijft.
Dit artikel verscheen eerder in Mondig 3
Tekst: Flora Visser-van Enkhuizen
Beeld: Menno Simons SDMF